Toen ik recent rondstruinde naar oude foto’s met plaatsnaamborden, viel m’n oog op het bord ‘Mokum’, de informele bijnaam van Amsterdam. Het was overduidelijk een sticker die over het bord was geplakt, maar het leverde wel een leuk plaatje op. Ik heb het gebruikt bovenaan de hoofdpagina van deze website. Toevallig kwam ik daarna nog de hiernaast afgebeelde Mokum-foto tegen en dat maakte me toch wel nieuwsgierig naar het verhaal achter de foto. Het antwoord bleek te vinden te zijn in het krantenarchief van 1963.
Eind mei en in het begin van juni 1963 verschijnen er in verschillende kranten ingezonden brieven van de Amsterdammer Hans Wierenga, die voorstelt om actiecomité MOKUM in het leven te roepen. Volgens Wierenga eindigen er ontelbare steden en dorpen in Nederland op -dam. “De naam Mokum is zoveel pittiger, krachtiger en schilderachtiger. Hij heeft een vertederende klank en roept allerlei prettige en romantische associaties op.” Het actiecomité zou er naar moeten streven dat in zowel binnen- als buitenland de kille naam Amsterdam wordt vervangen voor het veel warmere Mokum.
Op 7 juni 1963 ontwaakte Amsterdam onder de nieuwe naam Mokum, althans, dat deden de plaatsnaamborden op de grote toegangswegen naar de stad vermoeden. Op alle borden bleek in de nacht een grote blauwe sticker met de nieuwe stadsnaam Mokum te zijn geplakt. Bij politiebureaus en krantenredacties in de stad regende het telefoontjes van mensen die informeerden naar wat deze naamsverandering betekende. Navraag bij ‘Comité Mokum’ leerde dat men er in de nacht met twaalf man, en Rijk de Gooijer als gangmaker, op uit was getrokken om de naamborden te bewerken. “Dit was pas het begin”, aldus De Gooijer. In de loop van de dag werden de plakkaten door de stadsreiniging weggehaald.
Een paar weken later blijkt dat de hele actie een vooropgezette reclamecampagne van de Eindhovense sigarettenfabrikant Crescent is, wanneer ze onder de slogan “Mokum. Rokum” een nieuw sigarettenmerk presenteren. De reclameleus werd een hit, de sigaret niet: “Het kreng was volstrekt smakeloos”.